Medio jaren ’90 was de kans op overleving bij een hartstilstand 9%. Anno 2016 is deze kans gestegen naar 23% (bron: “Reanimatie in Nederland“, Hartstichting, 2016).

De gemiddelde aanrijtijd van een ambulance in Nederland ligt rond de 8 minuten. Deze tijd gaat echter pas in zodra een omstander het alarmnummer 112 heeft gebeld (zie ook: Keten van overleving). De kans op overleving neemt in de eerste 6 minuten drastisch af, zolang geen hulp wordt geboden. Bij een circulatiestilstand pompt het hart geen bloed meer door het lichaam. De cellen in het lichaam ontvangen geen nieuwe zuurstof meer en sterven langzaamaan af. Zo zijn de hersencellen bij een mens na 4 tot 6 minuten onherstelbaar beschadigd.

Juist daarom zijn de eerste minuten extreem belangrijk bij een reanimatie: omstanders en burgerhulpverleners kunnen de bloedsomloop op peil houden door borstcompressies uit te voeren en beademingen toe te passen. Zo sterven de cellen minder snel af en is de kans op overleving aanzienlijk hoger (zie ook: Waarom moet ik leren reanimeren?).

De overlevingskansen van een slachtoffer worden dus voor een groot deel bepaald door omstanders en burgerhulpverleners. Burgerhulpverleners zijn burgers die een cursus reanimatie hebben gevolgd en zich vrijwillig hebben aangemeld bij een oproepsysteem als Hartveilig Wonen of HartslagNu (zie ook: Burgerhulpverlener worden).

 

Wil je ook meehelpen aan de 6-minuten zones in Nederland?

Zoek een reanimatiecursus bij jou in de buurt