De AED is een afkorting van Automatische Externe Defibrillator. Het gaat om een apparaat dat automatisch werkt, dat je extern aan kunt sluiten en dat kan defibrilleren.

AED aansluiten

De eerste stap bij het aansluiten van een AED is ervoor te zorgen dat het apparaat wordt geactiveerd. Hoe dat gebeurt is per AED verschillend, bijvoorbeeld door middel van een aan/uit knop, schuifje, hendel, klepje of trekken aan een touwtje. Vervolgens luister je naar de gesproken instructies of kijk je, indien beschikbaar, naar de instructies op een scherm. De basis van een AED is altijd hetzelfde: je sluit twee zelfklevende elektroden aan op de borstkas (rechterzijde slachtoffer boven de tepel) en in de zij (linkerzijde, onder de borst) plakt. Bij kleine kinderen gebruik je kinderelektroden of plak je één elektrode midden op de borst en één op de rug. Na het activeren/aanzetten van de AED en het plakken van de elektroden zal de AED gaan analyseren.

Analyse van de AED

De AED analyseert vervolgens het hartritme van het slachtoffer. Daarbij bepaalt de AED of er sprake is van een schokbaar hartritme. Als er in het hart geen elektrische activiteit is, en dus volledig stilstaat, kan de AED géén schok toedienen. Als het hart een normaal ritme heeft, zal de AED ook geen schok adivseren. Als het hart fibrilleert kan de AED wél een schok toedienen. Fibrilleren is een ritmestoornis waarbij het hart chaotisch, snel en onregelmatig samentrekt. Meer informatie over boezemfibrilleren en kamerfibrilleren in de video hieronder.

Schok toedienen met een AED

Als de AED een schokbaar ritme heeft gedetecteerd, zal de AED een schok aanbevelen. Er zijn vervolgens twee soorten AED’s in omloop. Afhankelijk van het type dient de hulpverlener de schok toe, of doet het apparaat het zelf.

De semi-automatische AED

Bij een semi-automatische AED zal er een schok-knop kan knipperen. De schok moet worden toegediend door degene die de AED bedient. Zo kan de hulpverlener maximale controle, onder andere door ervoor te zorgen dat eerst iedereen het slachtoffer volledig heeft losgelaten alvorens de schok wordt toegediend. De meeste AED’s in Nederland zijn semi-automatisch.

De volautomatische AED

Bij een volautomatische AED wordt de schok automatisch toegediend nadat een schokbaar ritme is gedetecteerd. Het apparaat zal aftellen en daarna direct een schok toedienen. De hulpverlener en andere omstanders moeten dus zelf op tijd het slachtoffer loslaten. Er zijn een aantal volautomatische AED’s in Nederland op de markt, dus het is goed mogelijk dat u hiermee in aanraking komt.

Geen schok aanbevolen?

Als er géén schokbaar ritme gedetecteerd is, zal de AED geen schok aanbevelen. U kunt dan geen schok toedienen. Eén mogelijkheid is dat het slachtoffer een normaal hartritme heeft, controleer of het slachtoffer levenstekenen vertoont. Indien er uiterlijk niets is veranderd aan het slachtoffer, gaat u direct door met de reanimatie.

Na de schok verder met reanimeren

Als er een schok is toegediend, of als er geen schok is toegediend, gaat u direct verder met de reanimatie (borstcompressies en beademingen), tenzij het slachtoffer duidelijke tekenen van leven vertoont.

Bijzondere situaties AED

Bij de meeste AED’s zit een hulptasje waarin diverse accessoires zitten.

Natte borstkas droogmaken

Zorg ervoor dat de plekken waar u de elektroden gaat plakken droog zijn. Veeg zweet of ander vocht dus eerst af. In het hulptasje zit mogelijk een tissue/handdoekje. Als het slachtoffer in water of een plas ligt, zal deze eerst uit het water moeten worden versleept.

Scheren bij overtollige beharing

Als het slachtoffer flinke beharing heeft, waardoor de elektrode niet goed op de huid kan worden geplakt, zult u die plaatsen eerst (snel) moeten scheren. In het hulptasje zit veelal een scheermesje.

Niet op pacemaker of ICD plakken

Ziet u een litteken op de plaats waar u een elektrode wilt plakken? En voelt u onder de huid iets zitten? Plak dan de elektrode naast of onder dit geïmplanteerde apparaatje. Het gaat mogelijk om een pacemake of interne defibrillator; daar mag u geen elektrode op plakken.

Laat de elektroden altijd zitten

Verplaats de elektroden niet als ze eenmaal zijn geplakt. Laat ze zitten, ook als het slachtoffer bijkomt.

Zorg dat je weet hoe een AED werkt en hoe je moet reanimeren door een cursus te volgen bij jou in de buurt.

Leer een AED bedienen bij jou in de buurt